◄▬ 16e en 17e eeuw ▬►

(overgenomen uit de 1e druk)

De familie SASSEN stamt uit Elsloo, vanwaar JACOBUS SASSEN (tabel A IVa) als dragonder in het regiment van de luitenant-generaal Baron van Duportal in de compagnie van de overste Heylman te 's-Hertogenbosch in garnizoen kwam en zich daar vervolgens vestigde.

Deze herkomst blijkt uit de aantekening van zijn eerste huwelijk op 22 augustus 1733 met ANNA MARIA VAN AELST (ook geschreven : VAN ALST en VAN AALST) in het trouwregister van de Grote Kerk te 's-Hertogenbosch en die van zijn tweede huwelijk op 23 october 1745 met MARIANNE HERMANS in het trouwboek der Kleine Geertruikerk aldaar.

Zaterdag den 22 aug 1733.
Jacobus Sassen J.M. geb. van Elsloo, dragonder in 't regiment van de hr. Luit-generaal baron van Duportal in de Comp. van de hr. Overste Heijlman
in garnizoen alhier
met
Anna Maria van Alst J.d. geb. van Boxtel, woont in de Karstraat.
23 octob. 1745.
Jacob Sassen, wd. Jenne Maria van Aalst, doet ondertrouw met Maria Anna Hermans produceert staat van inventaris gepasseert alhier op den 23 octob. 1745 voor den nots J. Verster.
Zaterdag den 23 octob. 1745.
Jacob Sassen, wedn van Jenne Maria van Aelst, geb. van Elsloo Lande van Luijk, en woont in de Postelstraat,
met
Marianna Hermans, J.D., geb. van Boxmeer en woont op t orthen Eijnd alhier.

Vermeld regiment is gedurende de jaren 1731 t/m 1733 te 's-Hertogenbosch gelegerd geweest ("Vier eeuwen geschiedenis van het garnizoen s Hertogenbosch.", C.J. Gudde, s Hertogenbosch, 1958), zodat valt aan te nemen dat JACOBUS SASSEN in of omtrent 1731 vanuit Elsloo in 's-Hertogenbosch is aangekomen.

Ter vaststelling van zijn herkomst zijn de kerkregisters van de Parochie te Elsloo geraadpleegd;
bewaard zijn gebleven de doopregisters sedert 1656, de trouwregisters sedert 1680 en de begrafenisregisters sedert 1660;
de doopregisters zijn zorgvuldig en uitvoerig bijgehouden; de huwelijksregisters stellig zeer onvolledig; de begrafenisregisters bevatten veelal slechts een datum, naam en voornaam, zonder vermelding van leeftijd en andere personalia.

Andere bronnen vormen de zich in het Rijksarchief te Maastricht bevindende leen- en gichtenboeken van Elsloo, bevattende koop-, verkoop- en laat-akten van onroerende en roerende goederen en testamenten.

De naam SASSEN treft men daarin veelvuldig aan, maar een aaneensluitende stamreeks is van hen niet samen te stellen.

Direct doet zich al de vraag voor wie de ouders waren van JACOBUS : in het doopregisters immers treft men in het begin van de 18e eeuw niet minder dan vijf maal een JACOBUS aan, van welken echter twee jong zijn overleden;
een derde werd geboren uit het huwelijk van HENRICUS SASSEN (ged. 23 september 1664) met GERTRUDIS HENDRIX op 18 april 1730 en is daarom te jong om dè JACOBUS te zijn;
er resteren dan de JACOBUS, die -- op 5 januari 1707 gedoopt -- werd geboren uit het huwelijk van NICOLAUS SASSEN en ELISABETH CONINX en degene, die -- op 7 september 1703 gedoopt -- een zoon was van MATHIAS SASSEN en MECHTILDIS WILDERS.

Twee argumenten pleiten er voor dat JACOBUS uit het huwelijk van NICOLAUS en ELISABETH CONINX geboren werd :
hij was in 1731 dragonder; het zijn van dragonder en niet méér past eerder bij een 24- dan bij een 28-jarige;
bij de doop van zijn kinderen uit zijn eerste zowel als zijn tweede huwelijk, vermeld in de doopregisters van St. Jan resp. St. Jan, Catharina en Peter te 's Hertogenbosch, traden als meter en peter meermalen naamdragers uit het gezin NICOLAUS SASSEN-CONINX op, maar geen enkele uit het gezin MATHIAS SASSEN-WILDERS; zouden ooms en tantes niet de eerstaangewezenen zijn geweest om als peter resp. meter van die kinderen op te treden ?

De doopregisters leveren op dat MATHIAS -- gedoopt op 27 juni 1667 -- een zoon was van JACOBUS en IDA PAULUSSEN alias BOERS (of BOURS); de doop van NICOLAUS is in die registers, die echter aanvangen in 1656, niet te vinden;
toch is het zeer waarschijnlijk dat NICOLAUS en MATHIAS broers waren, want bij de doop van hun tien resp. negen kinderen traden een aantal malen dezelfden als peter resp. meter op. NICOLAUS moet dan vóór 1656 geboren zijn.

---

In de oudste leenstukken (1537) komen JAN en HEIJNCKEN voor; JAN is "een man van enen boure lantz";
in een lijst van pachters (1583) worden JANCK en PEETER genoemd.

Een akte d.d. juni 1613 maakt melding van het feit dat JACOB reeds is overleden : wellicht is hij dezelfde als de op het grafkruis koppeling ! genoemde.

Uit deze en volgende akten blijkt dat JACOB de zonen HEIJNCKEN, PETER, JACOB en CORST had en de dochters JENNE (gehuwd met CORST HAECHMAN en in 1613 overleden) en ITTEN (is : Ida, gehuwd met ARDT DAEMEN).

Op 9 juni 1614 compareerde HEIJNCKEN (later ook genoemd : HEIJNRICK) met "sijn huysvroue" ANTGEN, Heijn HERMANSdochter; hij wordt het laatst vermeld in een akte d.d. 21 januari 1629, tesamen met hun zoon PETER. In die akte, een testament, ligt "den eersamen ende vromen Hendrick Sassen kranck te bedde".

Terzelfder tijd -- in de periode van 1616 tot 1629 -- wordt een aantal keren HOUBRECHT (ook : HOUB en HAUBRICHT genoemd) vermeld : hij was gehuwd met MARIE en van 1619 tot 1629 Schepen van de Vrije Rijxheerlickheit Elsloo; hij had een zoon PETER, die -- in 1629 het eerst vermeld -- van 1638 tot 1647 ook Schepen van Elsloo was.

Deze PETER HOUBRICHTSsone is blijkens een akte d.d. 22 januari 1658 gehuwd met ITTGEN PETERS offte WIJNEN;
ITTGEN wordt in 1661 nog genoemd, maar is vóór 1668 overleden, want op 4 april 1668 beleende PETER "eenen halven morgen en vierdehalve cleen roede landts gelegen inde Beeckercoul voor den tijdt van viertich naest volgende jaeren voor de somme van tachtentich guld. Brab. eens Maestrichter cours" "mit bewillinghe van sijn kinderen HOUB, PETER ende MAIJKEN, hun sterckmaeckende voor hun andere susteren en broeder";
deze broeder, stellig de jongste in het gezin, wordt in het doopregister van Elsloo vermeld : zijn naam is GODEFRIDUS, hij werd gedoopt op 13 augustus 1656 en als doopgetuigen traden op JACOBUS SASSEN en Maria Martens.

Van 1629 tot 1657 wordt JAN genoemd, gehuwd met IDA CREEFTEN (ook : CREFTEN), als comparant en vanaf 1647 ook als Schepen;
JAN is vóór 11 december 1663 overleden, want op die datum "verobligeerde" hun zoon JACOB "geassisteert mit sijne moeder IDA sijn kindesgedeijlte voor den prijs voor den welcken hem 't merck schip als hooghsten biedende verbleven is te weten 411 guldens jaerlijx boven het spangelt";
behalve JACOB werden uit dit huwelijk ook geboren : HOUB en de dochters MEIKEN (gehuwd met OTTO WOUTERS, beiden vóór. 1678 overleden) en MARGARETA (gehuwd met JOANNES MICHILIS HENDRICKX, overleden vóór 1686);
op 3 october 1678 maakte IDA het navolgende testament :

Den 3 octobris 1678 is voor ons Sr Jacop Sauvett als agent van sijne Excie den heer graf van Arberg, Theodor van Kessel ende Hendrick Gangels, Schepenen der vrij Rijxheerlicheijt Elsloo, alsmede ter presentie van den Eerwaarden heer pastoor van alhier, in eigene persoen gecompareert d'Eer en deugsaeme Ida Sassen, wijlen Jan Sassen naergelatene weduwe, dewelcke ten opsicht van haeren ouderdom ende meerderen redenen haer daertoe moverende, opentlijck heeft verklaert bij haer selven raedtsaam gevonden te hebben bij haeren leven te disponeren gelijck sij doet mits desen, vuer alsulcke meubele goederen als op haer Sassen bij afsterven van haere dochter Meiken, achtergelatene weduwe van Otto Wouters saliger sijn verstorven oft gedevolveert, soo ende gelijck den voors. Wouters, in sijn leven Schepen alhier, deselve eigendoemelijck heeft beseeten ende deselve bij affsterven op sijne voors. huijsvrouwe ende haer Ida sijn gedevolveert, ende sulx tot voordel van haeren soen Houb Sassen ende haere dochter Margareta om daerover naar hunnen welgevallen te moogen disponeren, tsij bij donatie die men noemt onder de levendige, voor-behoudens nochtans, dat den voors. Houb Sassen en Margareta sullen schuldich en gehouden sijn, hunne moeder Ida Sassen tot dancksegginge van dese tegenwoordige gifte mit cost dranck ende cleiders looffelijck t'onderhouden ende solange Godt den heer haer het leven vergunt bij hun te laeten woenen ende eigentlijck te doen wat kinders aan hunne ouders schuldich sijn te doen ende alsoo den genoemden Otto ende desselfs huijsvrouwe Meigen eenige schulden hebben gecontracteert, dewelcke uijt de meubelen behooren betaelt te worden, beneffens de geene die den voors. Wouters van te vooren soude moogen gemaekt hebben, so is dat den voors. Houb Sassen en desselfs suster Margareta alsulcke schulden op hun hebben genoomen uijt de voors. meubelen te betaelen, ende tot meerder verseekeringe van die tegenwoordigen Acte van donatie ende respective reciproque obligatie neggens ons Jacop Sauvett als Agent, ende Schepenen eigenhandigh onderteekent, ende is daarover in hoeden van recht gekeert, alles ter goeder trouwe sonder arg of liste, aldus gedaen op daegh, maent ende iaer als boven / was desen originelen Acte die bij d'acten te vinden is geteekent : J. Sauvett, Theodor de Kessel, Hendrick Gangels, Ittien Sassen, Margariet Sassen.

HOUB wordt in een akte d.d. 23 mei 1683 genoemd als te zijn "Maes-schipper" en was toen gehuwd met SYBILLA DUELLENS (ook : DULLENS);
hij is begraven te Elsloo op 10 maart 1703 en had blijkens het begrafenisregister der Parochie de navolgende fundatie gesticht :

Hubertus Sassen, nauta et mercator qui in Christi Salvatoris sub speciebus Eucharisticis vere, realiter et substantialiter latentis honorem in augmentum devotionis erga tremendum illud mysterium, necnon in suae, uxoris suae suorumque ac dictae uxoris suae Sibyllae Dullens parentum, consanquineorum et affinium animarum refrigerium Missam solemnem de venerabili Sacramento fundavit, in ecclesia nostra parochiali perpetuam cantandam. Cuius memoria in benedictione sit.

Omdat geen ander van die naam in dezelfde periode wordt aangetroffen moet JAN's zoon JACOB wel identiek zijn aan de JACOB, gehuwd met IDA PAULUSSEN alias BOERS, van wie vijf kinderen in de doopregisters vermeld worden en wiens oudere zoon de eerdergenoemde NICOLAUS moet zijn geweest : onder hun doopgetuigen komt ook tweemaal een CREEFTEN (ook : CREFTEN), eenmaal een BOERS en ook JOANNES HENDRICKX, de man van MARGARETA, voor.---

De navolgende stamreeks valt nu op te stellen :

stamreeks 16 en 17e eeuw

De navolgende genealogie zal met JAN (JOANNES) aanvangen, deze echter zonder generatie-aanduiding : de aansluiting met de publicatie in "Nederland's Patriciaat", 1952, zou anders verloren gaan.

Literatuur : "De scheepvaart in het tegenwoordig Hertogdom Limburg, tijdens de beroerten in de 16e en 17e eeuw, benevens bijzonderheden uit dat tijdperk over Maasschippers, handel, zeden en rechtswezen in dit gewest.", J.L. Meuleners, Roermond, 1885.

----- terug naar boven -----

◄▬ 16e en 17e eeuw ▬►
Powered by Website Baker