◄▬ | Wapen | ▬► |
(overgenomen uit de 1e druk)
Een zilveren klimmende bok op een veld van rood;
het schild gedekt door een gekroonde helm, waarop de bok, uitkomend; dekkleden : zilver en rood;
schildhouders : rechts een wildeman met een knots gewapend, links een klimmende leeuw.
De bovenstaande afbeelding is genomen uit het "Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche Familiën met genealogische en heraldische aantekeningen.", door A.A. Vorsterman van Oyen (1885-1890), deel 3.
Het is door J.B. Rietstap beschreven in "Armorial Général" en komt, zonder schildhouders, voor in de Naamlijst en Wapenkaart van de leden der regering van 's Hertogenbosch.
Het wapen werd bij de opname in 1808 van
Mr. Joannes Henricus Sassen (tabel C1 Vb)
in de Illustre Broederschap van Onze Lieve Vrouw te 's Hertogenbosch in het wapenboek dier vereniging geregistreerd.
Het bovenstaande portret toont
Jacobus Sassen (tabel A IVa)
, die in 1763 poorter van
's-Hertogenbosch werd en vermoedelijk bij die gelegenheid het wapen : het schild met een zilveren klimmende bok op een veld van rood, heeft aangenomen, of het misschien toen reeds voerde.
De schildhouders zijn daaraan toegevoegd door zijn kleinzoon Mr. Joannes Henricus Sassen (tabel C1 VIb), pensionaris van 's-Hertogenbosch en lid van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant : het wapen van de Gemeente 's-Hertogenbosch, dat twee met een knots gewapende wildemannen als schildhouders heeft en dat van de Provincie Noord-Brabant, dat een klimmende leeuw bevat, hebben hem ten voorbeeld gediend.
|
|
1817 Wapen Gemeente 's-Hertogenbosch |
Wapen Provincie Noord-Brabant |
De vraag rijst wat Jacobus Sassen er toe bewogen heeft een klimmende bok als wapenfiguur te kiezen.
Niet ondenkbaar is dat hij bij het doen van zijn keuze is geïnspireerd door het optreden van de "Bokkerijders", met welke naam de rovers- en dievenbenden, die in de eerste helft van de 18e eeuw het platteland, niet alleen in onze streken maar ook in andere delen van West-Europa, onveilig maakten, werden aangeduid.
Van die benden heeft hij stellig geen deel uitgemaakt : niet alleen stamde hij uit een geslacht dat meerdere schepenen telde, maar de leden van die benden werden te vuur en te zwaard vervolgd en gefolterd en opgehangen. Aan die vervolging heeft hij zeker deelgenomen : hij was van 1731 tot 1733 als dragonder te 's Hertogenbosch in garnizoen en het daar gelegerde krijgsvolk diende mede ter bescherming tegen de vele struikruivers, die in die tijd het Peelland onveilig maakten.
De volksmond echter had deze benden met allerlei romantise voorstellingen omgeven en bracht hen in verband met de duivel, die hun de kracht verleende om op bokken door de lucht te rijden; men vertelde dat de aanvoerders dier benden bij de opname van nieuwe leden en bij andere bijeenkomsten naar het voorbeeld der oude gilden en broederschappen een zilveren beeld van een bok op een soort altaar plaatsten.
Als geassocieerde vervolgens in de Wagenposterijen van 's-Hertogenbosch op Maastricht kan hem bij het kiezen van een wapen wel die bok voor de geest hebben gestaan, immers een toen legendarisch voorbeeld van niet te overtreffen snelheid.
Een minder waarschijnlijke mogelijkheid -- hij zou dan een zeer erudiet man zijn geweest -- is, dat het hem bekend was dat de naam Sas (Sass, Sasz, Sachs) zoveel betekent als : mes of zwaard en dat de Sachsen de zwaarddragers waren van Saxnot, de in de Germaanse mythologie almachtige, allesbeheersende, alle andere goden overtreffende god van licht en hemel, later de oorlogsgod, die ook de namen Tiu, Iring en Irmin droeg;
het oeroude attribuut van Saxton was ... de bok.
Literatuur :
"Geschiedenis van de beide Limburgen.", Prof.Dr. W. Jappe Alberts, Assen, 1974;
"De Rooverbenden in het land van Overmaas.", Jos Russel, Maastricht, 1877;
"De geschiedenis der bokkerijders in 't voormalig land van 's Hertogenrode.", Dr. Wilhelm Gierlichs, Roermond, 1940;
"Mythologische Spuren in der bergischen Mundart.", Dr. Erich Mengel, Remscheid, 1977.
Onbekendheid met dit wapen of ... eigenzinnigheid zal de reden zijn geweest dat een ander wapen gevoerd werd door :
1.
Mr. Napoleon Franciscus Carolus Josephus Sassen (tabel D VIIh)
, te weten :
twee sluispoorten van goud, geopend naar de toeschouwer, op een veld van blauw;
2.
Mr. Jacobus Nicolaas Godefridus Sassen (tabel E VIIj)
, te weten : een zilveren omgewende klimmende leeuw op een veld van rood.
Deze beide wapens werden door J.B. Rietstap in zijn "Armorial Général" beschreven.
Het door Jacobus gekozen bovenbeschreven wapen werd echter al spoedig algemeen gevoerd.
----- terug naar boven -----
◄▬ | Wapen | ▬► |